Emily neemt je mee op haar eerste dag als Demiclown.
Zomer 2020, net na de eerste coronagolf. Ik ben samen met collega Shana onderweg naar het woonzorgcentrum voor mijn eerste dag als Demiclown. Tijdens de rit wisselen we van gedachten over de personen die we vandaag gaan bezoeken. We hebben over hun interesses, beroepen, hobby’s, gewoontes, namen en andere aanknopingspunten om met elke bewoner mee te gaan naar waar zij nu zijn. Als we uitstappen, lijkt het alsof ze de - weliswaar blauwe - loper - hebben uitgerold. Bij nader inzien is het een desinfectiemat.
Aangekomen in het woonzorgcentrum kleden we ons om. Een bijzonder moment voor mij, want ik kruip voor de eerste keer in mijn rol: dramatherapeute met een rode neus, Lily. Netjes gestreken kort broek, muts met assorti pompon en klassieke leren schoenen. Door het corona-protocol combineren wij de mondkap elastieken met deze van onze rode neus. Mijn volledige mimiek verschuift naar mijn ogen. Een glimlachende open blik.
Mijn mindset is ondertussen deze van het hier en nu. Ik popel om bij iedereen op bezoek te gaan. Een Demiclown gaat op bezoek met een koffer in de hand. Ook Lily staat te blinken met een eigen nieuw samengestelde retro koffer. Wat zit zoal in de koffer? Een plooimeter (die alles kan worden, ongeacht de afmeting), enkele gehaakte Jantje-muizen (gemaakt voor fragile trillende strelende handen), een Mariabeeldje (weliswaar zonder wijwater), muziekdoosje, wasknijpers, huisraad (want handelen zegt zoveel meer dan woorden), … . Mijn koffer zit vol mogelijkheden.
Nog even de rode neus afzetten om met de ergotherapeute te overlopen bij wie we op bezoek gaan. Dan tunen Shana en ik op elkaar in. Shana verrast mij met een glitterende mini discobal of was het een onderdeel van haar kerstdecoratie? We gooien het ding tussen ons heen en weer terwijl we beginnen te improviseren. We zijn opgewarmd.
Ziehier Petita en Lily, klaar om te spelen met wat we al weten en met wat we gaan ontdekken. We kloppen aan en vragen nieuwsgierig of we op bezoek mogen komen. De ene wenkt ons snel binnen, de ander vraagt waaraan ze ons bezoek te danken heeft. Eens binnen hangen we aan de deurklink het bordje ‘Niet storen. Demiclowns aan het werk'. Zo krijgen we alle ruimte om elkaar te vinden. Bij elke bewoner horen en vertellen we een ander verhaal. Het zijn intense en breekbare contacten.
NIET STOREN. DEMICLOWNS AAN HET WERK
Een dame neemt ons mee in haar vroegere dagelijkse bezigheden en wij figureren graag mee in haar verhaal. Een heer zingt met Petita uit volle borst en Lily danst als een prima ballerina op zijn vrolijke tonen. Een bewoner met jongdementie loopt heen en weer, de kamer in en de kamer uit. Wij zoeken hoe we met hem mee op pad kunnen gaan. Een oude dame zit in haar fauteuil verzonken. We ademen met haar mee en we wisselen enkele neuriënde blikken uit. Zo zijn de bewoners de regisseurs van bijzondere ontmoetingen, soms met een lach en soms met een traan.
De tijd is rond. Terwijl we naar de kleedruimte lopen, gaat ons hoedje af voor elkeen die we tegenkomen. Vol van indrukken kruip ik terug in mijn ‘burger’-kleren. Shana en ik sluiten af rond de tafel in dialoog met de medewerkers van het woonzorgcentrum. We steken op van elkaar en doen nieuwe ontdekkingen. Het zijn aanknopingspunten voor een volgend bezoek.
Eens thuis gooi ik mijn kleren in de wasmachine en schrijf ik de diepe indrukken van mij af. Wat doe ik nu mijn rode neus aan de haak hangt? Tijd om de boeken over dementie die ik altijd al wilde lezen uit de kast te halen en om te fundraisen voor de vzw. En om te koken. Laatst was ik op zoek naar mijn houten lepel. Verdwalend in mijn huisraad, besefte ik plots dat die in mijn Demiclown-koffer zit, naast een stapel mondkapjes, violet blauwe medische handschoenen en ontsmettingsmiddel. Klaar om terug op bezoek te gaan…
Comments