We zijn allemaal een vleermuis, ook mensen met dementie
- Lara Debeuf
- 39 minuten geleden
- 2 minuten om te lezen

We bedoelen het niet letterlijk, maar het beeld van de vleermuis zegt veel over hoe we omgaan met mensen met dementie.
Vleermuizen navigeren niet met hun ogen, maar met hun oren.
Ze sturen geluidsgolven de wereld in en vinden hun weg via wat terugkaatst. Zonder dat terugkaatsen, zonder die echo, verliezen ze hun richting.
En eigenlijk… zijn wij als mens niet zo anders.
Te voorzichtig?

In de zorg voor mensen met dementie merken we vaak dat we té voorzichtig zijn.
We lopen op kousenvoeten, bang om te veel te doen, om te overprikkelen, om iets los te maken,...
We zorgen zo hard dat we soms vergeten dat zorg ook uitnodigen is.
Ik zeg niet dat we mensen moeten duwen, shockeren of forceren.
Maar we mogen wél iets aanbieden. Een beweging, een geluid, een ritme, een prikkel, een onverwachte zin, het zingen van een lied,...
Iets waar de persoon met dementie zich toe kan verhouden, zodat er iets kan terugkaatsen. Zodat er leven kan ontstaan in die interactie.
Zorg die durft
Als we alleen maar lief en voorzichtig blijven, dan blijven we soms hangen in wat al vastzit. Sommige bewoners dolen rond in de echo van hun eigen gedachten.
Pas wanneer iemand uit hun omgeving iets nieuws aanreikt – een onverwachte toon, een ander ritme, een blik die niet bang is – ontstaat er beweging.
In die ontmoeting kan de persoon met dementie zichzelf opnieuw voelen. Een glimp van eigenheid, een vonkje van initiatief. Dat moment waarin de persoon met dementie niet enkel “verzorgd” worden, maar ook het gevoel ervaart dat die bestaat en zichzelf mag uiten.
Echolocatie in de zorg
Dat is precies wat we bedoelen met “we zijn allemaal een vleermuis”.
We hebben elkaar nodig om ons te positioneren in de wereld. We bestaan in relatie tot de ander. Jij stuurt iets uit, de ander kaatst iets terug – en dáár, in dat spel van actie en reactie, ontstaat betekenis.
Zo werken wij ook: we bieden iets aan – een gebaar, een beweging, een stukje spel – en wachten af wat terugkomt. We werken niet voor, maar met.
Zorg wordt dan een dialoog, een uitwisseling, een dans tussen geven en ontvangen.
Dementiezorg met lef
Zorg mag dus afgestemd zijn, maar ze mag ook levendig zijn. Niet altijd braaf, niet altijd voorspelbaar. Soms vraagt echte zorg om een beetje lef. Om een onverwachte toon, een grap, een beetje binnenste-buiten. Om het vertrouwen dat er altijd iets terugkomt – als we maar durven "uitzenden".
We zijn allemaal vleermuizen. En misschien is dat maar goed ook.
Opmerkingen